Toen Jona nog een kind was, werd zijn volk geterroriseerd door de troepen van het Assyrische rijk. Kleine Jonas groeit op en veracht ze en zweert dat hij op een dag wraak zal nemen. Jaren later vroeg God Jona om tot de Assyriërs te prediken. Volgens de goddelijke wil zal Jona hen kunnen vergeven als ze hen ervan kunnen overtuigen hun gewoonten op te geven. Jona verlangt alleen naar lijden en pijn voor de Assyriërs; hij wil dat ze de toorn van God ondergaan. Daarom besluit hij weg te rennen. Maar God vindt hem en toont hem de volle omvang van zijn woede, maar ook en vooral de onmetelijke diepte van zijn liefde voor de mensheid...