Halverwege de 20e eeuw raakt een gierige weduwnaar, in een beboste vallei tussen Italië en Joegoslavië, bevriend met een jonge vrouw en helpt haar de oceaan over te steken om daar een beter leven te vinden. Uit een toevallige ontmoeting ontstaat een dromerige parabel over verlies, eenzaamheid en de kracht van de verbeelding.