Ji-hye en Su-gyeong gaan samen naar de universiteit en hebben allebei een oogje op Sang-min, de toneelleraar. Sugyeong vraagt Ji-hye om brieven voor haar aan Sang-min te schrijven, maar hoewel zij met de naam van Su-gyeong ondertekent, drukt Ji-hye haar eigen gevoelens uit. De brieven werken, en Su-gyeong en Sang-min groeien naar elkaar toe. Ji-hye voelt zich schuldig voor het belazeren van Sang-min, op wie ze nog altijd verliefd is.