Een van de broers opereerde de jongen. Een ander hielp hem. Er was een bloedtransfusie nodig. De chirurg koesterde het moment, controleerde het door de assistent aangeleverde materiaal niet en voorzag de patiënt van bloed van het verkeerde type. Het kind stierf. Het leven van de broers veranderde dramatisch. De één werd kerosine man, de ander werd voorzitter van de gemeenteraad.